Informatie

Soorten palen:

‘’Wit’’Geschilde palen/stammen zijn stammen waarvan de schors, bast en cambiumlaag er volledig af worden geschild tot in het spinthout.

Nadat de bast (schil) is verwijderd blijft er een stam over die op natuurlijke wijze taps toeloopt. De kopmaat is dikker dan de puntmaat. Dit verloop is gemiddeld 7 a 8 mm per strekkende meter.

Cambio geschilde palen/stammen zijn stammen waarbij de schilmessen alleen het schors en een deel van de bast van de stam schillen. Op deze stammen zie je nog resten schors en bast  zitten. Deze zijn minder netjes dan wit geschilde stammen.

Het verschil tussen cambio en wit geschilde palen/stammen is dat de messen bij wit geschilde stammen dieper in de stam snijden waardoor de palen een geheel ‘’wit’’ uiterlijk krijgen.

Cilindrisch gefreesde palen/stammen zijn stammen die zuiver egaal over de hele lengte gefreesd worden. Deze lopen dus niet taps toe maar hebben overal dezelfde diameter.

Bij Rondhout Siddeburen gaat het hoofdzakelijk om ‘’wit’’ geschilde palen/stammen. Deze stammen werden vroeger gebruikt om bijvoorbeeld boerenschuren en kapconstructies te bouwen. Nu worden ze gebruikt om dezelfde landelijke authentieke uitstraling te krijgen voor o.a. veranda's, ooievaarsnesten, speeltoestellen, masten, omheiningen, tuinhuisjes, restauratiewerkzaamheden aan oude gebouwen, meubels, lantaarnpalen, leilinde palen, kunstprojecten, enz.  

Gefreesde palen en stammen in de bast zijn mogelijk.

Hiervoor geldt een levertijd.

De stammen zijn van goede kwaliteit. Ze zijn gesorteerd op rechtheid en kwaliteit. (Daksporenkwaliteit) Tenzij anders vermeld.

Duurzaamheidsklasse:

levensduur bij grondcontact.

Benaming palen:

- Boompalen:   Deze worden gebruikt voor aanplant van jonge bomen. De palen zijn vaak van mindere kwaliteit omdat ze het maar een paar jaar hoeven volhouden.

- Perkoenpalen:   Dit zijn beschoeiingpalen die in een gesloten rij staan. OOOOOOOOOOOOO   Vaak zijn dit cambio geschilde palen of palen in de bast.

-Daksporen:   Dit zijn palen die voor constructies gebruikt worden zoals daken van oude boerderijen. Dit zijn wit geschilde palen en van een betere en rechtere kwaliteit. De houtsoort kan van Lariks/Douglas of fijnspar(vuren) zijn.

-Afrasteringpalen:   Dit zijn palen die gebruikt worden voor natuurlijke omheiningen. Hierbij word vaak een betere houtsoort gebruikt zoals kastanje of Robinia.

-Gefreesde palen:   Dit zijn palen die tegenwoordig gebruikt worden voor allerlei doeleinden.

Vochtigheid:

Winddroog:    Hout wat bij gebruik nat blijft           21-30%

Luchtdroog:    Hout voor bouw en constructiehout  15-18%

Onder de 20-22% wordt aangenomen als grens waar beneden de meeste schimmels het hout niet meer kunnen aantasten.

Eigenschappen:

Lariks en Douglas palen/stammen hebben van nature een hoge duurzaamheidklasse. Dit hebben deze houtsoorten te danken aan het hoog percentage kernhout wat gevormd word. Ze behoren tot een van de hardste Europese houtsoorten. Het kernhout bevat hars en verhardt zich naar verloop van tijd. Een schimmel die uiteindelijk tot rotting van het hout kan leiden heeft door deze eigenschappen minder vat op het hout waardoor het langer meegaat. Het hout is een beter alternatief dan geïmpregneerd vuren wat veelal schadelijke stoffen bevat om een verhoogde duurzaamheid te bereiken. Daarbij zijn de geschilde palen esthetisch gezien een stuk mooier.

Lariks en Douglas worden vaak door elkaar gebruikt. De eigenschappen duurzaamheid, de mooie kleur en sterkte liggen dicht bij elkaar. Lariks is harder, iets duurzamer en heeft soms een warrig draadverloop. Douglas kan in langere lengtes geleverd worden, heeft een recht draadverloop en heeft een mooie kleur. Buiten kan het hout onbehandeld blijven en zal na verloop van jaren licht vergrijzen.

Stamdoorsnede:

-De schors is afgestorven verkurkte bast. Deze beschermt de boom tegen invloeden van buiten.

-De bast transporteert de voedingsstoffen die de bladeren maken naar de wortels.

-De cambiumlaag ook wel teeltlaag genoemd zorgt voor de groei van de boom (bast en spinthout)

  Deze laag is slechts 1 cel laag dik. 0.02 tot 0.03 mm. Hier vind de celdeling plaats.

-Het spinthout is het levende deel van de boom waar het transport van water van de wortels naar de kruin plaatsvindt.

- Het kernhout is het binnenste deel van de boom dat afgestorven spinthout is. Kernhout is hierdoor donkerder van kleur en harder.